Europarlementariër Niccolò Rinaldi is lid van de Subcommissie mensenrechten van het Europees Parlement.
Orgaanhandel is een van de belangrijkste problemen die overheidsinstanties en mensenrechtenorganisaties op internationale schaal bestrijden vanwege de internationale criminele netwerken die profiteren van de verkoop van menselijke organen. Een van de tragedies van de moderne medische wereld is dat onvrijwillige orgaantransplantatie en orgaanoogst toenemen naarmate de medische wetenschap nieuwe manieren vindt om de levensverwachting te verlengen. Het verwijderen van vitale organen specifiek voor transplantatie, en soms medisch onderzoek, zonder toestemming, wordt vaak uitgevoerd met de hulp van opgeleid medisch personeel maar zonder toestemming van de donor.
Deze realiteit wordt echter nog wreder wanneer deze criminele en onmenselijke activiteit wordt uitgevoerd met toestemming van de overheid of zelfs met facilitering. Dit is het geval in China, waar het oogsten van organen van gevangenen een officieel overheidsbeleid is dat wordt uitgevoerd in openbare ziekenhuizen.
Tijdens de plenaire vergadering van 12 december 2013 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de ernstige mensenrechtenschendingen in China, en meer specifiek de schendingen in verband met orgaantransplantaties, die onlangs aan het licht zijn gekomen. China is een van de leidende landen ter wereld wat betreft de executie van gevangenen. Het lijkt er echter op dat de Chinese overheid dit feit heeft omgevormd tot een miljoenenbusiness.
De Chinese onderminister van Volksgezondheid, Gao Qiang, erkende in 2005 dat bijna alle organen afkomstig zijn van geëxecuteerde gevangenen, maar het aantal executies in China is een staatsgeheim. China verstrekt geen harde statistieken over deze kwestie, ondanks internationale oproepen om informatie. Volgens de Verklaring van Istanbul, die strikte procedurele en ethische richtlijnen voor orgaandonaties codificeert, is het vereist dat donoren hun toestemming geven voorafgaand aan elke transplantatieprocedure en verder kunnen veroordeelde gevangenen geen donor zijn. Ondanks verklaringen van Chinese functionarissen dat deze richtlijnen zullen worden geïmplementeerd, beweegt de realiteit in China zich precies in de tegenovergestelde richting. Rapporten van NGO's en internationale organisaties suggereren dat Chinese militaire artsen zich bezighouden met het oogsten van organen van gevangenen en gedetineerden in werkkampen, met name gewetensgevangenen.
Momenteel staat China naast de VS wat betreft het aantal gerapporteerde transplantaties dat elk jaar wordt uitgevoerd, met 600 transplantatiecentra in het hele land. Het is in feite een bestemming van transplantatietoerisme geworden, waarbij orgaanontvangers vanuit naburige landen naar China reizen om een passende "donor" te vinden. U Mei-nu, een Taiwanese wetgever van de Democratische Progressieve Partij (DPP), zei onlangs dat "Taiwan een land is dat wordt geregeerd door mensenrechtenprincipes en dat Taiwanezen, die het recht op gezondheid hebben gegarandeerd, hun welzijn niet mogen bouwen op het verdriet of de pijn van iemand anders" erkennen dat China de belangrijkste bestemming is van Taiwanezen die orgaantransplantaties nodig hebben.
De belangrijkste slachtoffers van deze praktijk zijn de leden van de Falun Gong gemeenschap. Falun Gong is een spirituele beweging die voor het eerst verscheen in China in 1991 en al snel populair werd onder Chinese burgers vanwege de leerstellingen. De regering van China beschouwde deze beweging echter als een bedreiging en begon in 1999 hardhandig optreden tegen haar volgelingen in een campagne gericht op de uitroeiing van de beweging. De meeste van haar leden werden naar arbeidsgevangenissen gestuurd waar ze de hoogste straffen kregen.
Volgens een resolutie die is ingediend bij het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten, was er na 1999 een significante toename van het aantal orgaantransplantaties in China, wat verband hield met een toename van de vervolging van de Falun Gong-gemeenschap. Volgens de resolutie zijn Falun Gong-gevangenen de enigen die regelmatig medisch worden onderzocht met de nadruk op hun vitale organen, zoals hart en lever, terwijl artsen hebben toegegeven dat ze organen van Falun Gong-aanhangers gebruiken. Ongeveer twee derde van de gevangenen in de Chinese werkkampen zijn Falun Gong beoefenaars. De resolutie beschrijft ook dat veel van de slachtoffers nog in leven waren toen ze werden geoogst voor hun organen.
Het is van essentieel belang dat het Europees Parlement en de diensten voor extern optreden van de Europese Commissie deze kwestie onderzoeken na de aanvaarding van de resolutie. Beiden moeten een beroep doen op de Chinese regering om de internationale normen te implementeren en voor meer transparantie over transplantatieprocedures. Dit is een kwestie van fundamentele mensenrechten die, als rapporten juist blijken te zijn, genocidale perspectieven zou kunnen krijgen. De internationale gemeenschap moet ingrijpen voordat de situatie escaleert.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op http://eptoday.com